De eerste sporen van het verzekeringswezen gaan terug tot 2000 V.C. in Babylonië;
de code van Hammourabi stipuleerde
hoe men zich kon indekken tegen risico’s mits betalen van een premie.
Bij de Grieken en later de
Romeinen vindt men ook de eerste
levens-en gezondheidsverzekeringen. 200
jaar V.C., had men in Rhodos al een systeem van scheepsverzekering.
In de Middelleeuwen speelden de Gilden de rol van verzekeraar tot en met de
begrafeniskosten.
Pas in de 17° eeuw start de moderne verzekeringswereld in Londen,
draaischijf van de wereldhandel. Na de brand die de stad verwoestte in 1666
(meer dan 13000 panden verwoest) sticht Nicholas
Barbon een agentschap om gebouwen te verzekeren.
In de jonge Verenigde Staten
stichtte Benjamin Franklin (1706-1790) in Philadelphia de “Contributionship for the Insurance of Houses from Loss by Fire” maar
hij was de eerste om te risicovolle gebouwen te weigeren.
In 1688 opent Edward Lloyd, een
oude Welshman (sommige bronnen wagen van een zeerover) een café in 1688 aan de Tower Street in
Londen. Dit werd een verzamelplaats voor mensen uit de scheepvaartwereld:
reders en financiers, kapiteins, stuurlui en
matrozen. Dit praatcafé werd de plaats voor betrouwbaar
scheepvaartnieuws en handel in verzekeringen.
De Lloyd's, van
oorsprong een markt voor scheepvaartverzekeringen, is nu algemener, al maken
scheepvaartverzekeringen het grootste deel uit van de omzet.
In het lokaal van
hun toenmalige vestiging en later in de drie opeenvolgende Lloyd’s
gebouwen hing de scheepsklok van “La
Lutine”, een fregat met goudlading dat verging in 1799 nabij Terschelling. De lading was verzekerd bij de Lloyds
dat de schade uitbetaalde, na heel wat weerwerk.. In 1858 werd de scheepsbel geborgen.. De bel
van de Lutine werd tot circa 1980 eenmaal geluid bij slecht nieuws, en
tweemaal bij goed nieuws. Thans wordt de klok (een nieuwe, de oude is
gebarsten) slechts ceremonieel gebruikt,
bijvoorbeeld bij belangrijke gasten wordt de bel twee keer geluid, en bij
rampen als de aanslagen van 9/11 en de Tsunami één keer.
"La Lutine"
Na een sinister
heeft een mens best een goede makelaar en/of een goede advocaat nodig. Dat wist Shakespeare ook. In zijn “Merchant of Venice” trok Shylock aan
het kortste eind, niettegenstaande een spijkerhard contract, omdat advocaat
Portia de kleine lettertjes gelezen had. Shylock mocht zijn pond vlees uit de
arme Bassano snijden maar… een druppel bloed mocht er niet bij zijn.
Tegenwoordig leven
we in een “Global Village” waar iedereen willens nillens moet mee betalen voor
rampen met kerncentrales die gebouwd zijn op tektonische breuklijnen (waar
aard-en zeebevingen schering en inslag zijn), voor overstromingen in
verkavelingen toegestaan in rivierbeddingen, voor aanslagen van terroristen,
dat alles onder het motto van de solidariteit.
No comments:
Post a Comment