Friday, April 13, 2012

Geschiedenis van de Viool

In Cremona, (Noord Italiê) heb je in het Pallazo Communale de "Saletta dei Violi" een tentoonstelling die de geschiedenis van de moderne viool verhaalt.

In dat prachtige stadje werkte rond 1566 vioolbouwer Andrea Amati met na hem zijn twee zonen en een kleinzoon, die de business verkwanselde, zoals dikwijls de derde generatie.

Gelukkig waren in de buurt vlijtige leerlingen die de know-how opgevist hadden en die ook beroemde vioolbouwers werden zoals Ruggiero, Guarneri, Montagnana, maar de succesvolste leerling was Antonio Stradivari (1643 - 1737). Hij werd dus maar liefst 94 jaar oud!
In totaal heeft hij zo 'n 1100 instrumenten gemaakt (ook nog cello's gamba's gitaren zelfs een harp). Het was bovendien een gewiekste zakenman; hij deed aan vastgoedspeculatie, gaf leningen uit en werd heel rijk. Zijn concurrenten in Cremona, zoals Rugiero zagen het niet meer zitten en weken uit.

Nog 600 violen van hem zijn in omloop, maar slechts 20/30 hebben een perfecte toon, allen gebouwd in zijn "gouden periode", rond 1680.

Stradivari heeft niets opgeschreven, zijn twee zonen hebben zijn geheimen mee genomen in het graf. Er is wel onlangs een testament ontdekt maar dat spreekt enkel over zijn bezittingen. Nu is een "Stradivarius" zo'n 10 miljoen dollar waard. Vorig jaar (2011) werd de "Lady Blunt" (genaamd naar de kleindochter van lord Byron ) verkocht aan die prijs door de Nippon Music Foundation ten voordele van de slachtoffers van de Tsunami-aardbevingsramp in Fukushima.

Een stradivarius moet bespeeld worden om de perfecte toon, - een combinatie van diepte en helderheid, een evenwicht tussen hoge en lage frequenties, - te behouden.

Geen 2 stradivarii (één stradivarius, twee stradivarii) hebben dezelfde klank; de meeste violen zijn zo vaak hersteld dat ze niet meer origineel klinken. Nog slechts 6 hebben dezelfde hals (dit is de zwakke plek als een viool valt).

Opzoekingen met computers, scanners, digitale samplers werden uitgevoerd van af 1960.
De eigenfrequentie lag tussen de 2000 en 4000 Hertz - bereik waar het menselijk oor het meest gevoelig is -. Die lage frequentie maakt dat de toon zo levendig en robuust is dat hij een hele concertzaal kan vullen.

Stradivari had een litanie van geheimen.
De architectuur van zijn violen is gekend; met computertomografie kan met perfect bovenblad, achterkant, de krul, de F-gaten namaken.
Door dendrologische studies kent men de houtsoorten. Men heeft zo een kopie van de Harrisson-Stradivarius nagemaakt en toch was er verschil.

Welke geheimen blijven onopgelost? : de chemische samenstelling van de oplossing waarmee het hout ingesopt werd en het recept van de lak.

Het hout haalde Antonio Stradivari uit de voetheuvels van de Dolomieten en de Apennijnen. Hij ging de bomen zelf uitkiezen: in dennenwouden schieten lorken hoger uit dan omringende dennen; hij kon door er op te kloppen al een oordeel vellen.
Het was een hele gevaarlijke klus om die bomen, met paarden uit de bergen te halen en naar de rivier te brengen (Po, Adige) waar ze afdreven tot aan de brakke waterlagunes rond Venetiê. Het hout werd nat ingekocht en Antonio zette het dan in "zijn" oplossing. Men weet dat het een combinatie is van borax, zeezout, hars van fruitbomen, vermalen mineralen o.a. van Venitiaans glas.
Het hout bleef zo jaren lang liggen om de chemicaliën te laten absorberen. Borax maakt het hout stijver, het kwarts helpt tegen de houtwormen en vult ook de poriën. Het hars is schimmelwerend.

De formule voor zijn vernis is nog een groter mysterie. De vioollak werd onder elektronen microscoop 30.000 maal vergroot; men zag dat miljarden kleine barstjes die de resonantie absorbeerden, dempten en alleen de zuiverste tonen doorlieten. De moeilijkheid is dat, als men ook maar een miniem stukje lak weg schraapt, het instrument verloren is. Maar wie gaat nu een viool uit de gouden periode van Stradivari vernielen.

Die ultra-frequentie absorberende lak zou een van de geheimen zijn van de Amerikaanse Stealth-bommenwerpers, die niet door radars kunnen gedetecteerd worden.

De klanten van Stradivari waren de koninklijke hofhoudingen die ze lieten aankopen en bespelen door hun kapelmeesters, zo kocht. Luigi Bocherini, aan het Hof van Madrid, er zes stuks in één keer.
Bocherini, die kattejaloers was op de rijkdom van Stradivari, vond dat zijn instrumenten bij levering niet goed klonken, hij demonteerde ze, zette ze naar zijn hand en… ze zijn waardeloos als instrument. Ze liggen nu in vitrines in de Palacio Real in Madrid waar de toeristen er zich aan vergapen;


Net zoals Amati, had Stradivari in het begin een sponsor, graaf Cozio de Salabue. Na de dood van deze luthiers heeft hij alles uit hun werkplaatsen opgekocht voor zijn "verzameling". Na de inval van Napoleon in Italiê kwam hij in geldnood en moest nagenoeg alles verkopen. Ook een generaal van la Grande Armee kliste een Stradivarius, die later in handen kwam van Madame Récamier.

Brahms, Paganini speelden op Stradivarii. De beroemde violen kregen een naam: Jasha Heifetz speelde op de Messias-Stradivarius.
Nu lenen de rijke eigenaars ze aan beroemde virtuozen.

Als je ooit op een vlooienmarkt een oude viool ziet, kijk dan even in het klankgat; als er een verweerd plaatje in zit waarop staat Antonius Stradivarius Cremonensis faciebat dan zit je goed.